glandula, een differentiatie van epitheel, waarbij een weefsel of zelfs een orgaan (met kwabben en een buizenstelsel enz.) ontstaat, met cellen welke een bepaalde stof, of mengsels van stoffen uitscheiden: naar buiten toe of in een holte (exocriene klieren) of in het bloed (endocriene klieren). Soms gaan de cellen zelf daarbij verloren, zodat er steeds nieuwe cellen moeten komen (holocrien), meestal blijven de cellen zelf in tact (merocrien).
Een goedaardig kliergezwel heet een adenoma of adeno-epithelioma; een kwaadaardig kliergezwel noemt men een adeno-carcinoma of (wanneer het stroma meewoekert) een adeno-sarcoma. zie ook lymfeklieren.„Klieren”, „Klierachtigheid”, een chronische zwelling van de lymfeklieren in verschillende delen van het lichaam, soms door tuberculose; zie scrofulosis.