homofilie, het niet zelden voorkomende verschijnsel, dat het sexuele verlangen uitgaat naar personen van hetzelfde geslacht. Andere benamingen zijn nog waar het mannen betreft: commasculatie; indien het vrouwen betreft spreekt men van lesbische liefde (amor lesbicus), sapphisme en tribadie.
In veel gevallen betreft het mensen, die tezelfdertijd of in andere perioden van hun leven ook tot een normaal (heterosexueel) liefdesleven komen; men noemt dergelijke mensen bisexueel. Voorbijgaande homoerotische en zelfs homosexuele uitingen in de puberteit worden vaak als niet abnormaal beschouwd; hetzelfde ziet men ook waar alleen mannen of alleen vrouwen in gedwongen isolement leven (concentratiekampen e.d.). De oorzaak is meestal een remming van de psychische ontwikkeling in de prille jeugd, waarbij een speciale aanleg nog een rol kan spelen. Meestal deelt men de homosexualiteit dan ook in bij de ontwikkelingspsychopathieën (zie aldaar). Of homosexuelen in conflict komen met de maatschappij is sterk afhankelijk van hun gedrag en van de wettelijke bepalingen, welke in verschillende landen sterk uiteenlopen - en ook of de publieke opinie belemmeringen schept of niet.
Homosexuele handelingen met minderjarigen zijn uiteraard ziekelijk, ongewenst en strafbaar, maar dat vormt geen verschil met heterosexuele ontucht (zie paedofilie). De meer doelbewuste sexuele opvoeding, zoals die thans algemeen wordt nagestreefd, zal veel leed op dit terrein hopelijk kunnen voorkomen. zie ook paederastie.