de naam van vele artsen in de Griekse oudheid; boven allen is echter beroemd geworden de op het eiland Kos geboren Hippocrates (460-377 v. Chr.), die de grondslagen der geneeskunde als ervaringswetenschap legde en een zedeleer voor de arts ontwierp.
Van vele aan hem toegeschreven werken zijn slechts een zestal van zijn hand; daarin is de beschrijving van een aantal ziektebeelden (syndromen) en symptomen getuige van zijn geniaal observatievermogen; een aantal van dergelijke symptomen wordt nog steeds naar hem genoemd of aangeduid met door hem bedachte benamingen.Zeer bekend is ook geworden een aforistische spreuk van Hippocrates mede door het veelvuldig gebruik dat Boerhaave er van maakte. Deze wordt meestal in het Latijn geciteerd en luidt: „Ars longa, vita brevis, occasio praeceps, experientia fallax, iudicium difficile” vrij vertaald: „De (genees)kunst is lang, het leven kort, de gelegenheid vluchtig, de proefneming bedrieglijk en het oordeel moeilijk.” Ook de artseneed, alhoewel thans sterk afwijkend van de door hem ingevoerde formule, is daar wel van afgeleid; de thans in Nederland na een geslaagd artsexamen uitgesproken tekst luidt:
„Ik zweer (beloof) dat ik de genees-, heel- en verloskunst volgens de daarop wettelijk vastgestelde bepalingen naar mijn beste weten en vermogen zal uitoefenen en dat ik aan niemand zal openbaren wat in die uitoefening als geheim mij is toevertrouwd of te mijner kennis is gekomen, tenzij mijn verklaring als getuige of deskundige in rechten gevorderd of ik anderszins tot het geven van mededeling door de wet verplicht worde.” zie ook beroepsgeheim.
