de tijd waarin de helft van de radio-actieve atomen van een bepaald isotoop door het uitzenden van radio-activiteit overgaan in nie-tradio-actieve atomen. Het moment waarop één bepaald atoom zich van zijn overtollige energie zal ontdoen, wordt bepaald door het toeval.
Vandaar dat men alleen van een groot aantal atomen van een isotoop kan vaststellen, hoe lang het gemiddeld zal duren; deze halveringstijd of halfwaardetijd kan voor verschillende stoffen zeer wisselen: van onderdelen van seconden tot eeuwen!