Lat. voor schors, schil, bast, buitenste laag.
1.de bast van een boom, tak of wortel, zoals die in de artsenijbereidkunst gebruikt worden, bijv.:
2.de schil van een vrucht;
3.de buitenste laag van een orgaan, indien deze verschilt van meer naar binnen liggende; bijv. de cortex van de bijnier (zie aldaar); zie ook 4;
4.in het bijzonder gebruikt men de term cortex voor de cortex cerebri
hersenschors, zie aldaar;
Cortex chinae, zie kina.