1. het inéénzakken van een hol orgaan (in het bijzonder de long), doordat de druk er buiten hoger is dan er binnen, resp. de inhoud er uitstroomt.
2.flauwvallen, zie bezwijming.
3.ook overdrachtelijk gebruikt; geestelijk inéénstorten, alle wilskracht en hoop verliezen, zie ook collapsus.