kernlissen, de klompjes chromatine die zichtbaar worden tijdens de celdeling. Het aantal is voor iedere diersoort constant en bedraagt bij de mens 48, welke 2 aan 2 gelijk zijn.
Men noemt zulke cellen met een dubbel stel kernlissen diploied. Alleen de kiemcellen (eicel en zaadcel) hebben slechts één stel van 24 ongepaarde kernlissen, hetgeen men haploied noemt.In de chromosomen liggen de genen (zie aldaar) gerangschikt welke men als de stoffelijke dragers van de erfelijkheid van tal van eigenschappen beschouwt. Men legt dit wel vast in z.g. chromosomen-kaarten. 23 Bij de man is één ongelijk paar kernlissen, de geslachtschromosomen, één daarvan is gelijk aan de chromosomen in het overeenkomstige paar van de vrouw en wordt het x-chromosoom genoemd. De andere kernlis van dit paar in de lichaamscellen van de man heet y-chromosoom. De diplolde cellen van de vrouw bevatten dus een xx-paar, de haplolde eicellen bevatten allen het x-chromosoom. Daarentegen bevatten de diplolde manlijke cellen een xy-paar; de haploïde zaadcellen bevatten òf het x-chromosoom (geeft bij bevrachting een vrouwelijk embryo) òf het y-chromosoom (leidt bij bevrachting tot een mannelijk embryo)