een door weefselverlies ontstane holte in een orgaan; in het bijzonder een (met etter, sputum en lucht) gevulde plek in de long, veroorzaakt door vernietiging van longweefsel door een tuberculeuze pneumonie. Zo’n caverne is dus een met de luchtwegen verbonden tuberculeus absces en een gevreesde complicatie omdat hij een haard vormt, van waaruit opnieuw tuberkelbacillen kunnen worden uitgezaaid; en ook omdat bij aanwezigheid van een caverne het opgehoeste sputum veel tuberkelbacillen bevat, wat tot besmetting van gezonden uit de omgeving kan leiden (zie open tuberculose).
Ook een longbloeding, resp. bloedspuwing wordt vaak door een caveme veroorzaakt (en doet dus eventueel direct de verdenking daarop rijzen).
Het vaststellen van cavernes kon vroeger met zekerheid pas in een laat stadium geschieden door percussie en auscultatie. Thans worden door röntgenologisch onderzoek (speciaal planigrafie !) de cavernes al in een nog goed geneeslijk stadium vastgesteld.