kan men plat of doorgebogen krijgen. Beide geven rechtuit een goed beeld, maar het zien door de rand van het glas is alleen bij doorgebogen glazen goed.
Men kan verteglas en leesglas ineen geslepen krijgen (bifocale glazen). Tegenwoordig zijn zelfs glazen met drie brandpuntafstanden (trifocale glazen) verkrijgbaar. Op de scheidingslijn verspringt bij sommige glazen het beeld (beeldsprong). Dit kan bij trappen lopen last geven. Glazen zonder beeldsprong zijn vooral voor bijziende personen aan te raden, omdat anders de prismatische werking van het leesdeel hinderlijk wordt. Glazen zonder beeldsprong hebben altijd een voor anderen zichtbare scheidingslijn.Bijzondere glazen zijn:
Contactglazen, dit zijn losse dunne lensjes, die men onder de oogleden schuift. Zij worden maar door weinig mensen lange tijd verdragen. Na enige uren wordt het opgesloten hoornvlies dof, wat zich gelukkig vlug herstelt, nadat het contactglas verwijderd is. Aniseikonische glazen (in Amerika size lenses genoemd), die kleine verschillen in grootte van het beeld in rechter en linker oog, zoals die o.a. voorkomen als de brekingssterkte van de ogen ongelijk is (an-isometropie), kunnen opheffen. Het nut van deze glazen staat nog niet onomstotelijk vast.
Verrekijkerbrillen vergroten het beeld, maar verkleinen het gezichtsveld. Voor de verte zijn zij daarom niet geschikt. Bij het lezen kan men dezelfde vergroting verkrijgen door het boek dichterbij te houden en de bril dienoverkomstig te versterken. Zij hebben alleen nut als dit laatste om de een of andere reden ongewenst is.