bloedplasma, plasma, de „tussenstof" van het als een weefsel te beschouwen bloed (zie aldaar); maakt daarvan ongeveer 3/5 deel uit; bestaat uit water met daarin opgelost de bloedeiwitten (zie aldaar). het bloedsuiker (glucose), zouten en nog vele andere stoffen; de concentratie van deze stoffen moet constant zijn, anders treden tal van ziekelijke verschijnselen op in de levensverrichtingen van het lichaam. Bij groot vochtverlies (dorst, braken, diarrhee) kan men het tekort aan water en mineralen gemakkelijk aanvullen door verdunde zoutoplossing in een ader of onder de huid toe te dienen; voor eiwittekorten moet men echter albumine of plasma toedienen. zie onder bloedeiwitten, bloedlichaampjes, plasma.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk