Gr. voor ooglid, palpebra; vooral in talloze samenstellingen:
Blefaronfimosis, vernauwing van de oogspleet door te klein (geworden) oogleden.
Blefaronplastiek, een operatie om (door verbranding, trachoom, e.d.) beschadigde oogleden weer te herstellen.
Blefaronptosis, zie ptosis.
Blefaronrhafie, ooglidnaad, het operatief aan elkaar naaien van de oogleden; soms nodig om een tijdlang beschadiging van een gevoelloos hoornvlies te voorkomen.
Blefaronspasmus, blefarisme, ooglidkramp, krampachtig knipperen met de oogleden; bij blefaritis, bij lichtschuwheid (fotofobie), bij neurologische aandoening en als tic.
Blefaronxysis, een reeds door Hippokrates toegepaste etsing van de binnenzijde der oogleden bij trachoom.