hydro-therapie, behandeling waarbij het lichaam grotendeels of bij gedeelten wordt blootgesteld aan inwerking van een vloeistof, een damp, of ook fijnverdeelde vaste stof (zand), waarin of waar doorheen dan soms nog weer speciale geneesmiddelen zijn opgelost of gemengd. De toepassing is meestal voornamelijk fysisch (hitte, koude, vochtigheid, opwaartse druk) en moet dan dus tot de fysische therapie gerekend worden.
Een enkele maal is ook van een farmaceutische werking sprake (meestal per inademing). In de geneeskunde maakt men meestal geen onderscheid tussen dompelbaden stortbaden en afwassingen. De baden worden genoemd naar het gebruikte of toegevoegde middel (zeewater-, stoom-, schuim-, koolzuur-, kwik-, modder-, zuur-,alkalisch-,lichtetc.) of naar de fysische aard: koud(0°-15° C, ook wel koortswerend of anti-pyretisch genoemd), warm(32°-40° C.), wissel(beurtelings koud en warm), permanent(lauw, ter kalmering van onrustige geesteszieken), hydro-electrische (met zwakke Galvanische of Faradische stroom). Ook wel naar bepaalde tradities: Russisch (hete stoom, dan massage, tot slot koud kuipbad, zie ook sauna) en Turks (steeds warmer lucht, massage, warme douche, dan een koude douche) etc.