1. dat deel van de scheikunde (zie chemie), dat zich niet bezig houdt met al die koolwaterstofverbindingen, die in dieren- en plantenrijk zo’n grote rol spelen.
2. wordt in de geneeskunde gebruikt om aan te geven
dat voor ziekteverschijnselen of klachten geen lichamelijke (orgaan-) afwijkingen konden worden aangetoond, zodat men vermoedt, dat een zie g. functionele stoornis bestaat op grond van een geestelijke afwijking. zie ook organisch.