Gepubliceerd op 30-04-2019

HARZING, WILHELMUS ANTONIUS MARIA

betekenis & definitie

HARZING, WILHELMUS ANTONIUS MARIA - Geb. 4 October 1898 te Rijsenburg. Opl. Quellinusschool te Amsterdam en in 1920 Maredsous (België) beide voor Edelsmeedkunst. 1920—1922 Academie te Brus¬sel voor beeldhouwwerk.

Exp. in de Salons voor Religieuse Kunst, Antwerpen, 1922; „Tuinplastiek", Heemstede 1925. Tentoonstelling Nederl. Kring van Beeldhouwers in 1926 en 1928 te Amsterdam. Maas¬tricht 1930. Religieuse Kunst in Stedelijk Museum te Amsterdam in 1935 en 1939.

Wereldtentoonstelling te Parijs, 1937. Werk in het Museum van Religieuse Kunst te Utrecht. Religieuse onderwerpen en Volks¬typen. Werk uitvoerig besproken in „Opgang" van Mei 1923 en Juli 1927; „Tijdschrift voor Liturgie"; „Katholieke Illustratie", 1932; „La Revue Moderne", van Augustus 1937; „Het Gildeboek", Juli 1940. Woont te Driebergen-Rijsenburg.

< >