Gepubliceerd op 12-09-2021

Overeenkomsten tot het verrichten van arbeid

betekenis & definitie

Men onderscheidt op het terrein van den arbeid drie soorten van contracten :

1e. De overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten.

Daaronder valt de arts, die den patiënt behandelt.

2e. Het contract tot aanneming van werk, waarover hierna zal worden gehandeld.
3e. De arbeidsovereenkomst. Dit is een overeenkomst, waarbij iemand zich verbindt arbeid te zullen verrichten in dienst van den werkgever tegen een bepaald loon.

Elementen van ’t arbeidscontract.

Het arbeidscontract bestaat dus uit drie elementen :

a. arbeid,
b. loon,
c. dienstbetrekking.

Onder arbeid verstaat men elke menschelijke werkzaamheid, zoowel met de spieren als met den geest.

Loon is een noodzakelijk deel van het arbeidscontract. De volontair valt er dus niet onder.

Dienstbetrekking wil zeggen de verhouding van onder-

geschiktheid tusschen werknemer en werkgever. Dit is een gezagsverhouding. De werkgever regelt b.v. den arbeid en geeft daarvoor instructies; de werknemer moet daaraan voldoen.

Personen, die niet onder het Arbeidscontract vallen

Sommige categorieën van personen vallen niet onder het arbeidscontract, nl.

1e. de personen in dienst van publieke lichamen, zooals de rijks- en gemeenteambtenaren;
2e. de personen in dienst der scheepvaart;
3e. zij, die bij de spoorwegen arbeiden.

Sommige bedingen schriftelijk

Het arbeidscontract kan mondeling worden gesloten, doch sommige bedingen moeten om rechtsgeldig te zijn, schriftelijk worden gemaakt, zooals het staangeld, het boetebeding en het concurrentieverbod. Met het oog op het bewijs is het in sommige gevallen zeer gewenscht, om het geheele contract schriftelijk vast te leggen.

Staangeld

Onder staangeld verstaat men het volgende : Er kan bedongen worden, dat de werkgever telkens een gedeelte van het loon inhoudt, hetwelk op de Rijkspostspaarbank wordt geplaatst ten name van den werknemer, doch het boekje berust bij den werkgever. Daarop kan deze de schade verhalen, die hij geacht wordt te lijden, indien de werknemer zonder inachtneming van den opzegtermijn de dienstbetrekking verbreekt. De opzegtermijn staat meestal gelijk met een loonbetalingstermijn. Stel, een kantoorbediende ontvangt zijn salaris per maand; dan moet de betrekking ook wederzijds met een maand worden opgezegd.

Boete

Er kan op verschillende overtredingen boete worden gesteld. Deze boete mag niet komen ten voordeele van hem, die de boete oplegt. Voor hetzelfde feit mag niet boete en schadevergoeding worden gevorderd. Er moet dan een keuze worden gedaan.

Concurrentieverbod

Onder het concurrentieverbod verstaat men het volgende : Er wordt in het arbeidscontract

b.v. het volgende bepaald : „het is den werknemer verboden om na het einde van de dienstbetrekking voor eigen rekening in het vak van den werkgever werkzaam te zijn, op verbeurte eener boete van ƒ2000.—.” Indien de boete te hoog is in verhouding tot het te beschermen belang van den werkgever, kan de rechter deze boete verminderen.

Einde van het arbeidscontract.

Het arbeidscontract kan op verschillende wijzen eindigen, b.v.

1e. door het verloop van den bepaalden tijd;
2e. door den dood van den werknemer;
3e. door opzegging met inachtneming van de opzegtermijnen;
4e. er kan ook ontslag op staanden voet worden gegeven of genomen wegens dringende redenen, die de wet aangeeft. Deze dringende redenen vindt men voor den werkgever in art. 1639P en voor den arbeider in art. 16399 B. W.

Collectief Arbeidscontract.

Men onderscheidt, behalve het gewone arbeidscontract, nog het collectief arbeidscontract. Dit is geen arbeidscontract, want hierbij wordt niemand in dienst genomen. Men verstaat onder zulk een collectief contract een overeenkomst, aangegaan tusschen een of meer werkgevers of een vereeniging van werkgevers en een vereeniging van arbeiders, waarbij worden geregeld de arbeidsvoorwaarden bij arbeidsovereenkomsten in acht te nemen, b.v. omtrent loon of arbeidstijd. Die vereenigingen moeten rechtspersoonlijkheid bezitten, anders mogen zij niet contracteeren. Indien één van die werkgevers een lid van bedoelde arbeidersvereeniging in dienst neemt, mogen de bepalingen van dit arbeidscontract niet in strijd zijn met den inhoud van het collectief contract.

Huur van dienstboden en werklieden.

De wet regelde vroeger uitsluitend de z.g. huur van dienstboden en werklieden. Deze regeling vond men in de artt. 1637 t/m 1639 B. W. Bij de wet van 13 Juli 1907 is die regeling afgeschaft en vervangen door nieuwe artikelen 1637a, 16376 enz., waarin het arbeidscontract is geregeld.

De collectieve arbeidsovereenkomst wordt beheerscht door de wet van 24 December 1927.

De wet op het arbeidscontract is toepasselijk op allerlei soort van arbeiders, b.v. timmerlieden, metselaars, kantoorbedienden, dienstboden, directeuren van N.V.’s enz. enz.

< >