Crematies.
Het is van vrij algemeene bekendheid, dat onze wet op het begraven van lijken uitsluitend het begraven in een gesloten kist kent en elk ander middel om lijken te bezorgen, dus ook de crematie, strafbaar stelt. Alleen aan de omstandigheid, dat de begraafwet geen bepaald persoon aanwijst als verplicht om voor de begrafenis te zorgen, en derhalve ook niet aanwijst, wie voor overtreding der wettelijke bepalingen aansprakelijk gesteld kan worden, hebben wij het te danken, dat de crematie in Nederland practisch toch geschiedt. Het is evenwel duidelijk, dat het feit, dat men jaarlijks een steeds toenemend aantal crematies ziet plaats hebben, meermalen in tegenwoordigheid van de hoogste gezagdragers, den eerbied voor de wet niet vergroot. Wijziging der begraafwet is dan ook stellig urgent te achten en wordt reeds jarenlang bepleit.
Begrafenis.
De wet eischt thans dus begrafenis in een gesloten kist binnen een termijn, gelegen tusschen 36 uur en 5 dagen na het overlijden. Die begrafenis moet in het algemeen plaats hebben op een gemeentelijke, kerkelijke of
particuliere begraafplaats, maar kan ook op particulier terrein in eigen graf of kelder geschieden.
Lijken, die ten gevolge van den staat van ontbinding, waarin zij verkeeren, niet naar een begraafplaats kunnen worden overgebracht, worden ter plaatse, waar zij zich bevinden, begraven, zoo mogelijk in rijks- of gemeentegrond, anders in particulieren grond, (met schadevergoeding, zoo er schade door wordt aangericht).
De begraving geschiedt met schriftelijk verlof van den ambtenaar van den burgerlijken stand, dat verkregen wordt door het overleggen van de verklaring van den behandelenden geneesheer. Ontbreekt zoodanige verklaring, dan gaat een doodschouw vooraf.
Zijn er aanduidingen van of vermoedens voor een gewelddadigen dood, dan geschiedt de begraving niet dan na schriftelijke toestemming van den Officier van Justitie of van den Rechter-Commissaris, belast met het vooronderzoek in strafzaken.
Verklaart een geneeskundige, dat bespoediging of uitstel der begraving noodig is, dan kan zulks door den burgemeester worden gelast. Ook overbrenging naar een lijkenhuis kan in het belang der volksgezondheid worden bevolen.
Wordt voor de begrafenis niet door nabestaanden of armbesturen gezorgd, dan zorgt de burgemeester er voor.
Opgraving
Opgraving mag (behoudens op rechterlijk gezag) niet geschieden dan met toestemming van den eigenaar van het graf en verlof van den burgemeester. Weigert deze laatste, dan is er beroep bij de Kroon.
Begraafplaatsen
Algemeene
Iedere gemeente zorgt voor tenminste één algemeene begraafplaats, waarop kerkelijke gemeenten kunnen verzoeken een afzonderlijk stuk met eigen ingang in te richten, uitsluitend voor de leden dier kerkelijke gemeente. Meer gemeenten kunnen ook gezamenlijk één begraafplaats inrichten.
Particuliere
Voor het aanleggen van een particuliere begraafplaats is verlof noodig van burgemeester en wethouders, die tevens toezicht uitoefenen.
Kerkelijke
Aan kerkelijke gemeenten mag slechts verlof worden onthouden voor de inrichting van een eigen begraafplaats, wanneer de plaats niet voldoet aan de vereischten der wet.
Bijzondere.
De eigenaar van particulieren grond kan daarop een eigen graf of grafkelder inrichten met verlof van burgemeester en wethouders, voor het begraven van zijn eigen lijk en de lijken van zijn geslacht. Bij weigering van verlof beroep op Gedeputeerde Staten, hooger beroep bij de Kroon.
Bebouwing.
De begraafplaatsen moeten minstens 50 M. buiten de bebouwde kom liggen en binnen 50 M. daarvan mag ook geen gebouw worden opgericht (uitgezonderd dienstgebouwen) zonder toestemming van Ged. Staten.
Sluiting begraafplaatsen.
Wordt van een begraafplaats geen gebruik meer gemaakt, dan wordt zij bij een besluit van het gemeentebestuur gesloten verklaard, of, wanneer het een particuliere begraafplaats betreft, wordt daarvan kennis gegeven aan het gemeentebestuur; gedurende 10 jaar blijft de grond onaangeroerd. Daarna mag in de onmiddellijke omgeving gebouwd worden en de grond tot 50 c.M. diepte uitgegraven voor beplanting en bezaaiing; 30 jaren na de sluiting mag de grond ook dieper uitgegraven worden.
Koninkl. Huis. De bepalingen der wet zijn niet van toepassing op het begraven van leden van het Koninklijk Huis, die, zooals bekend is, worden bijgezet in de Nieuwe Kerk te Delft.