(v.), geluidsoverdracht via de normale fysiologische weg (uitwendige gehoorgang, trommelvlies, middenoor en binnenoor)-,
luchtgeleidingsdrempel de laagste geluidsdruk waarbij een persoon via luchtgeleiding een toon nog net kan waarnemen;
luchtgeleidingsverlies: syn. geleidingsverlies, conductief verlies; verminderd vermogen om geluid waar te nemen ten gevolge van een stoornis in het middenoor en/of uitwendige oor.