Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 06-02-2017

Romantiek

betekenis & definitie

In de 18e eeuw werd alles wat niet in overeenstemming was met de ideeën van de Verlichting afgewe­zen als ‘romantisch’. Dit woord had toen een negatieve klank; het betekende zoiets als: fantastisch, verge­zocht, overdreven. Tegen het einde van de 18e eeuw gaat het woord geleidelijk een positievere betekenis krij­gen en wordt het de aanduiding voor een nieuwe cultuurstroming, die diametraal tegenover de Verlichting staat.

Waren de hoofdkenmerken van de Verlichting rationalisme en classicisme, in de Romantiek stelde men gevoeligheid, verbeeldingskracht en individualisme op de eerste plaats. De eerste eis die de roman­tici aan kunst stelden was originaliteit. Kunst moest niet zozeer gericht zijn op het publiek maar moest de persoonlijke opvattingen van de kunstenaar weergeven. We vinden dit ook terug in het leven van de kunstenaars. Zij waren individualisten, die zich niet wilden conformeren aan de regels van de maatschappij. Velen leidden een tamelijk ‘onmaatschappelijk’ leven: rusteloos zwerven, drankmisbruik, liefdesaffaires, armoede, experimenten met drugs (opium). Men noemt dit type kunstenaars bohémiens.

Velen waren ook revolutionairen, die samen met het volk op de barricaden klommen om de oude burgerlijke maatschappij te vernietigen en een betere wereld te scheppen. De Engelse dichter Byron was betrokken bij de Griekse vrijheidsstrijd en veel Italiaanse schrijvers waren actief in de strijd tegen de Oostenrijkse over­heersers. In het begin van de eeuw zagen velen in Napoleon de man die de liberale verworvenheden van de Franse Revolutie over Europa zou uitdragen. Beethovens Derde symfonie (1804) was aanvankelijk ‘Bonaparte’ getiteld, maar omdat Napoleon zich tot keizer uitriep en daarmee terugkeerde naar de oude orde, veranderde Beethoven de titel woedend in ‘Eroica’.

Het romantisch individualisme brengt met zich mee een grote aandacht voor de eigen gevoelswereld en verbeeldingskracht. De nadruk op de eigen gevoelens is zo sterk dat men kan zeggen dat romantische kunst in essentie lyrisch is, in tegenstelling tot de kunst van de Verlichting die in wezen didactisch was. Bij zijn werk moet de romanticus zich allereerst laten leiden door zijn gevoelens. Vaak zijn die gevoelens sterk con­trasterend: liefde naast afkeer, vreugde naast verdriet, rust naast onrust. ‘Himmelhoch jauchzend und zum Tode betrübt,’ met dit citaat van de Duitse dichter Goethe wordt de romantische geestesgesteldheid dikwijls gekenschetst.

< >