Nederlands dichter (1932–1977) die grote bekendheid kreeg met zijn debuut Tant pis pour le clown van 1966, waarin grappige anekdotische en readymade-gedichten staan in de trant van Barbarber, maar ook ernstige en tamelijk moeilijke gedichten.
In zijn tweede bundel, Slechts de namen der grote drinkers leven voort (1968), is er dezelfde mengeling van ernst en – soms flauwe – humor. Hierin staan ook veel uiterst korte gedichtjes en een cyclus van gedichtjes van slechts een of twee regels zoals die ook bij Armando en Verhagen voorkomen (Waskowsky publiceerde ook in Gard Sivik). Na deze twee bundels verschenen er nog twee (Wie het eerst z’n stenen kwijt is, 1970; De Boeddha met het piepertje, 1972), maar de kwaliteit hiervan is veel geringer. In 1985 verschenen de Verzamelde gedichten met daarin ook nooit gebundelde en nagelaten verzen.