Vlaams romancier (*1968). In 2012 won Terrin de AKO Literatuurprijs voor zijn roman Post mortem, een (half-autobiografische) roman over het vierjarige dochtertje van schrijver Emiel Steegman, dat getroffen wordt door een herseninfarct. Verbeelding en werkelijkheid zijn in het boek listig verweven.
Zijn oeuvre ging van start met de verhalenbundel De code (1998), maar die werd nauwelijks opgemerkt. Zijn roman Kras (2001) was hetzelfde lot beschoren. Pas in 2003, toen zijn roman Blanco verscheen, kregen de critici belangstelling voor het werk van de voormalige marmerverkoper. De bewaker (2009) werd bejubeld en was aanleiding voor Arjan Fortuin om vast te stellen, dat Terrins personages worden ‘geconfronteerd met een wereld die zij niet goed begrijpen en die hun angst aanjaagt’.