Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 06-02-2017

Middeleeuwse wetenschap

betekenis & definitie

In de Vroege Middeleeuwen (500-1000) was er van wetenschappelijke activiteit in West-Europa nauwelijks sprake. Pas in de 11e eeuw was de maatschappij weer zover ontwikkeld dat er sprake kon zijn van kunst en wetenschap.

De eerste eeuwen bestond die wetenschap voornamelijk in het zich weer eigen maken van de kennis van de Grieken en Romeinen. Toen dit voltooid was, ontstond de mogelijkheid om de wetenschap verder te ontwikkelen, maar dan zijn de Middeleeuwen al vrijwel voorbij. Men kende in de Late Middeleeuwen (1300-1500) dus wel degelijk de klassieke wetenschap en die is dus niet herontdekt in de Renaissance. Het verschil tussen de Middeleeuwen en de Renaissance is dat men in de Middeleeuwen de klassieke wetenschap voornamelijk navolgde én dat men haar ondergeschikt maakte aan het geloof Alles was niet in overeenstemming was met de bijbel werd voor onjuist gehouden. Wetenschap werd niet beoefend door middel van empirische onderzoek maar door de studie van de theorieën van vroeger, waarbij vooral het werk van de Griekse geleerde Aristoteles (4e eeuw vóór Chr.) maatgevend was.

Toch werd er ook in de Hoge en Late Middeleeuwen wetenschappelijke en technische vooruitgang geboekt. In de 12e eeuw werden buskruit en water- en windmolens in Europa geïntroduceerd, die in China en Arabië al eerder bekend waren. In een boek van 1202 voerde Leonardo Fibonacci de Arabische cijfers in, waarmee veel gemakkelijker gerekend kon worden dan met de Romeinse; uit de Arabische cultuur werd ook de algebra overgenomen. In de 13e eeuw werden de eerste brillen geconstrueerd en kwam de papierfabricage op gang. In de 14e eeuw kwamen er de eerste bruikbare kompassen en rond het midden van de 15e eeuw volgde de belangrijkste uitvinding van de Middeleeuwen: de boekdrukkunst.

< >