Vlaams dichter en dagboekschrijver (*1947). In 2012 verscheen een verzameling van de achttien dichtbundels die hij publiceerde, Manieren van leven. Gedichten 1975-2011.
In hetzelfde jaar verwierf hij de driejaarlijkse Prijs der Nederlandse Letteren. Eerder was hij al bekroond met diverse Vlaamse literaire prijzen en de Constantijn Huygensprijs in 1997. Volgens het juryrapport laat Nolens het Nederlands opnieuw zingen en kenmerkt zijn werk zich door een levenslange worsteling in taal en een zoektocht naar de eigen identiteit en die van de ander. Ook roemt de jury zijn voorleestalent. Kester Freriks wees op zijn rijke beeldentaal en een zinnelijke schrijfstijl.
Nolens’ dichterlijke loopbaan startte met de bundel Orpheushanden in 1969, dat hij in eigen beheer uitgaf. In de bundel Voorbijganger, genomineerd voor de VSB poëzieprijs 2000, rekent Nolens af met de zogenaamde verheven inspiratie van de kunstenaar.
Wat schildert de schilder vandaag?
Pijn? Een pets uit de tube.
Verlangen? Quatsch van de kwast.
De ziel? Een vettig palet.
In 2009 verschenen zijn verzamelde dagboeken in Dagboek van een dichter 1979-2007. Omdat voor hem de dichterlijke identiteit centraal staat, ziet hij in zijn biografie het liefst alleen maar zijn naam met de titels van zijn bundels.