Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 06-02-2017

klucht (Middeleeuwen)

betekenis & definitie

In de Middeleeuwen werd de opvoering van een abel spel steeds gevolgd door een klucht, in het Middelnederlands sotternie genoemd. Middeleeuwse kluchten zijn o.a.

Die Buskenblazer (een oude boer die zich laat wijsmaken dat hij jonger wordt door in een wonderbusje te blazen; in werkelijkheid krijgt hij daardoor alleen maar roet in zijn gezicht), Lippijn (een vrouw bedriegt haar man waar hij bij staat), Playerwater (een vrouw stuurt haar man weg om ‘playerwater’ (fopwater) te halen en bedriegt hem intussen met de pastoor) en Rubben (een vrouw krijgt al na drie maanden huwelijk een kind maar maakt haar man wijs dat hij wel degelijk de vader is).

De humor van deze kluchten is weinig verfijnd: ‘ruwe grappen en grollen, vooral met betrekking tot huiselijke verhoudingen tussen man en vrouw, waarbij de man doorgaans in de Middeleeuwen de suf speelt en de vrouw de feeks’ (G. Knuvelder). Latere (en veel betere) kluchten werden geschreven door G.A. Bredero (Klucht van de koe, 1612; Klucht van de molenaar, 1613) en Pieter Langendijk (Krelis Louwen, De wiskunstenaars, beide 1715). Zie ook: rederijkerstoneel.

< >