Nederlands dichter (1900–1972; Constantijn Huygensprijs 1954). Als zijn voornaamste gedichtenbundel wordt algemeen beschouwd De tuin van Eros uit 1932, maar zijn twee bekendste gedichten komen uit de eerdere bundel Sine nomine (Zonder naam, 1930): “Vera Janacopoulos” en “En rade”.
Het zijn klassiek geworden voorbeelden van poésie pure: gedichten die alleen berusten op klanken en beelden. Engelman gebruikte voor dit type gedichten de termen ‘cantilene’ en ‘vocalise’. Marsman noemde ze ‘onnavolgbaar’ en schreef dat ze ‘in een weinig esthetisch en weinig speels land als het onze het nodige nurks- en droogstoppelachtige verzet hebben gewekt’. Ook Engelmans meer traditionele poëzie munt uit door muzikaliteit. Op enkele gedichten na is zijn werk echter geheel vergeten.
Overige gedichtenbundels o.a.
1927 Het roosvenster
1937 Het bezegeld hart
1942 Noodweer
1945 Vrijheid: tijdgedichten en berijmde schotschriften
1969 Het bittermeer en andere gedichten