Nederlands dichter; pseudoniem van Johann Kramer (*1944). In de eerste twee dichtbundels van Tentije, Alles is er (1975) en Wat ze zei en andere gedichten (1979), vertolkte hij vaak een mening, bloemrijk verwoord.
Dat is minder het geval in zijn latere werk, waarin hij een melancholische sfeer tracht op te roepen met een rijkdom aan virtuoze beelden.
De innerlijke bioscoop (1990) bevat een mengeling van plastisch geschreven prozastukken en lyrische teksten. Vooral in de bundel Als het ware (2010) schotelt hij de lezer barokke beelden voor. Poëziecriticus Arie van den Berg noemde hem daarom ‘een vaardig beeldsnijder’ en de bundel Gissingen, gebeurtenissen (2013) achtte hij een hoogtepunt in zijn oeuvre: ‘Hier presenteert zich de grootmeester van de taalaquarel.’
Overige dichtbundels o.a.
1987 Schemeringen
1999 Wisselsporen
2003 Wat het licht doet
2008 In de tussentijd
