Nederlands literair tijdschrift (1940-42 en 1945-48), waarin de poëzietraditie van Forum in grote lijnen werd voortgezet. De gedichten zijn net als die in Forum dikwijls ironisch en anekdotisch, en de onderwerpen zijn zeer vaak alledaagse gebeurtenissen, zoals ‘gemengde berichten’ uit de krant (anekdotische poëzie).
Er is sprake van een groot mededogen met de zwakken in de samenleving en van politiek engagement tegen het fascisme. Qua taalgebruik is hun poëzie - zeker aanvankelijk - parlandopoëzie, hoewel minder verstandelijk en zakelijk dan bij een directe voorloper als E. du Perron en meer in de trant van de latere Nijhoff. Ook de tegenstelling tussen het aardse en het hemelse, tussen het reële en het bovennatuurlijke, dat het latere werk van Nijhoff kenmerkt, vindt men bij de Criterium-dichters terug. ‘Romantisch-rationalisme’ was dan ook de term waarmee ze hun eigen werk kenschetsten. Aan de andere kant is er een lichte invloed van het surrealisme in hun belangstelling voor dromen en fantasie; surrealistisch is ook het in elkaar overvloeien van verbeelding en werkelijkheid.
De kern van Criterium waren de dichters Ed. Hoornik (1910-1970), Gerard den Brabander (1900-1968) en Jac. van Hattum (1900-1981), die in 1938 samen de gedichtenbundel met de dubbelzinnige titel Drie op één perron publiceerden. Samen worden ze wel aangeduid als ‘de Amsterdamse School’. De belangrijkste redacteur en medewerker van de tweede reeks was Willem Frederik Hermans (1921-1995). Verwante auteurs zijn M. Vasalis (1909-1998), Bertus Aafjes (1914-1993), Ida G.M. Gerhardt (1905-1997) en Gerrit Achterberg (1905-1962).