Nederlands dichter (1917–1974). Van Geel schreef al tijdens de oorlog gedichten onder invloed van Forum en het surrealisme, maar publiceerde pas in 1958 zijn eerste bundel: Spinroc en andere verzen (‘spinroc’ is de omkering van de achternaam van zijn vriendin).
De tweede volgde eerst in 1967: Uit de hoge boom geschreven. Tijdens zijn leven genoot Van Geel weinig waardering maar na zijn dood ging men de betekenis inzien van het geheel eigen type poëzie dat hij schreef. Zijn – meestal zeer korte – gedichten zijn natuurbeschrijvingen ‘waarin via de omweg van de natuurobservatie het eigen innerlijk ontleed wordt’ (Guus Middag). De gedichten zijn symbolisch bedoeld en vele gaan zelfs in de richting van een allegorie. Daarnaast leverde Van Geel ook talloze bijdragen aan Barbarber, zowel teksten als grafisch werk (o.a. ietwat surrealistisch aandoende tekeningen). Deze teksten werden postuum bijeengebracht als Dank aan de koekoek (1980).
Overige gedichtenbundels o.a.
1971 Het zinrijk
1976 Vluchtige verhuizing