Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 08-02-2017

Bob den Uyl

betekenis & definitie

Nederlands schrijver van korte verhalen (1930–1992). De eerste bundels bevatten absurdistische en fantastische verhalen, waarin vaak een reis wordt ondernomen die tot niets leidt.

De schrijver formuleerde de ‘Wet van Den Uyl’: ‘Je vindt niet wat je zoekt, maar alleen dat wat je niet zoekt.’ De toon van de verhalen uit Vogels kijken (1963), Een zachte fluittoon (1968), Met een voet in het graf (1971) en De ontwikkeling van een woede (1972) is door A.-H. den Boef ‘droog, laconiek, soms op het sardonische af’ genoemd. Bijna altijd is er een humoristisch element aanwezig en men heeft er wel de term surrealistisch voor gebruikt.

De latere bundels zijn realistischer en enigszins autobiografisch gekleurd: Vreemde verschijnselen (1978), De bloedende trein (1980) en Het landschap der levenden (1984). Qua structuur zijn de verhalen veel losser: ze worden regelmatig onderbroken door uitweidingen en commentaren en heel vaak is er een open einde of lijken ze zomaar op te houden. Een overgangsbundel is Gods wegen zijn duister en zelden aangenaam uit 1975, die vaak als zijn beste wordt genoemd.

Overige werken o.a.
1977 Een zwervend bestaan (roman)
1982 Opkomst & ondergang van de Zwarte Trui (verhalen)
1986 Een uitzinnige liefde (verhalen)

< >