Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 08-02-2017

Bertus Aafjes

betekenis & definitie

Nederlands dichter en prozaschrijver (1914–1993). Zijn lange dichtwerk Een voetreis naar Rome (1946) was destijds een echte bestseller (mede omdat er van katholieke zijde om censuur geroepen werd vanwege enkele erotische passages). Het sterk autobiografische gedicht is een lyrisch-epische uitbeelding van de voetreis naar Rome die een jongeman na een afgebroken priesteropleiding onderneemt. Al wandelend wordt hij zich ervan bewust dat het aardse hem meer trekt dan het hemelse.

Aafjes schreef veel proza over zijn talrijke reizen naar het MiddellandseZeegebied en het Nabije Oosten. Zeer populair waren ooit Morgen bloeien de abrikozen (1954) en De wereld is een wonder (1959). In de jaren ’70 en ’80 hield hij zich bezig met het bewerken van de oude Japanse verhalen over rechter Oka (o.a. Een lampion voor een blinde, het Boekenweekgeschenk van 1973).

In de jaren ’50 en ’60 werd Aafjes zeer veel gelezen, maar van zijn eens zo grote reputatie is weinig overgebleven. Enerzijds heeft dit natuurlijk te maken met de kwaliteit van zijn werk, maar voor een deel ook met het feit dat hij zich in de jaren ’50 sterk afzette tegen de toen in opkomst zijnde experimentele poëzie. Hij schreef er in 1953 een artikel over met als titel “SS de poëzie binnen gemarcheerd?”, wat hem zeer kwalijk werd genomen en leidde tot genadeloze tegenaanvallen van de Vijftigers. Geleidelijk verdween hij uit het zicht van de literaire kritiek.

Overige werken (zeer kleine keuze)
1940 Het gevecht met de muze (gedichten)
1941 Het zanduur van de dood (gedichten)
1946 Maria Sibylla Merian (dichtwerk)
1948 Circus (verhalen)
1948 Het koningsgraf: 101 sonnetten
1949 In den beginne (dichtwerk)
1952 Vorstin onder de landschappen (reisbeschrijving)
1968 Een denker in het riet (verhalen)
1971 Mijn ogen staan scheef (reisbeschrijving)

< >