Gepubliceerd op 13-06-2017

Vorster, Balthazar Johannes (1915-83)

betekenis & definitie

Zuid-Afrikaans politicus; premier (1966-78) en president (1978-79).

Vorster werd geboren in de Kaapprovincie. Hij studeerde rechten aan de Universiteit van Stellenbosch. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog richtte hij de fascistisch getinte beweging Ossewa Brandwag op. Hij was `generaal' in de extremistische vleugel Stormjagers. In de jaren 1942-43 werd hij veertien maanden geïnterneerd. Aanvankelijk werd Vorster na de oorlog vanwege zijn extreme standpunten buiten de Nasionale Party gehouden. In 1953 werd hij echter toch in het parlement gekozen. Van 1958-66 was hij achtereenvolgens vice-minister van Onderwijs en minister van Justitie in het kabinet van premier H.F. Verwoerd, die hij na diens dood in september 1966 opvolgde.

Vorster breidde de apartheidspolitiek uit tot de kleurlingen (Indiërs), die hun politieke rechten verloren. Onder leiding van Vorster kwam Zuid-Afrika in conflict met de Verenigde Naties over het Zuid-Afrikaanse mandaat over Zuidwest-Afrika (Namibië).

Hoewel Vorster de apartheidspolitiek aanscherpte, deed hij toch ook enkele concessies aan de internationale gemeenschap. Hij legde contacten met zwarte leiders uit buurlanden en wist de Rhodesische leider Ian Smith te overreden zijn positie op te geven. In 1977 boekte Vorster een grote verkiezingsoverwinning. Om gezondheidsredenen trad hij in 1978 als premier af, en werd president. In 1979 nam hij als president ontslag in verband met het Muldergate-schandaal over misbruik van overheidsgeld door het ministerie van Informatie.

< >