Het `dagelijks bestuur' van de Volkenbond.
Naast de Algemene Vergadering die eenmaal per jaar bijeenkwam, kende de Volkenbond de Volkenbondsraad die tussentijds vergaderde. De Raad telde vier - vanaf 1926 vijf - permanente en later negen niet-permanente leden, gekozen door de Algemene Vergadering. Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië, Japan en Duitsland (sinds 1926) hadden een permanente zetel. Na het uittreden van (het nationaal-socialistische) Duitsland in 1933 viel deze zetel het jaar daarna aan de Sovjetunie toe, die toen lid werd van de Volkenbond. Evenals de Algemene Vergadering moest de Volkenbondsraad eenstemmig besluiten nemen. Feitelijk had ieder lid dus een vetorecht.