Gepubliceerd op 13-06-2017

Totale oorlog

betekenis & definitie

Een vorm van oorlogvoeren, waarbij het onderscheid tussen militair en burger wegvalt.

Bij een totale oorlog is de hele bevolking betrokken. Daarnaast worden in een dergelijke oorlog zowel militaire als niet-militaire middelen in de strijd geworpen. Dat wil zeggen dat naast het volledig wapenarsenaal ook economische en psychologische middelen worden gebruikt.



Al tijdens de Eerste Wereldoorlog waren aspecten van een totale oorlog zichtbaar. Door de ontwikkeling van moderne wapens, zoals vliegtuigen en verdragend geschut, kwam de burgerbevolking steeds meer onder vuur te liggen. In de Tweede Wereldoorlog werd de totale oorlog een feit. De bewoners van de door Duitsland bezette gebieden leden onder de intensiteit van de bezetting. De bevolkingen van de landen die bij de oorlog waren betrokken, kregen te maken met terreurbombardementen, zowel van de Duitsers als van de geallieerden, die honderdduizenden mensen het leven kostten.

In Duitsland werd de term `totale oorlog' als leuze gebruikt door Joseph Goebbels, de minister van Propaganda. Hij riep in 1943 de Duitse bevolking op tot de totale oorlog, waarin alles op alles moest worden gezet om de geallieerde opmars te stuiten. Deze oproep was een reactie op de eis tot onvoorwaardelijke overgave, die de geallieerden in januari op de conferentie van Casablanca hadden gesteld.

< >