Duits politicus; premier (1964-73; 1976-89) van de Duitse Democratische Republiek (DDR).
Stoph begon zijn loopbaan als bouwvakker, maar werkte zich door zelfstudie op tot architect. In 1928 trad hij tot de communistische jeugdbeweging toe en in 1931 tot de Kommunistische Partei Deutschlands (KPD). Nadat deze partij in 1933 door de nationaal-socialisten was verboden, deed Stoph illegaal partijwerk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende hij als soldaat in de Wehrmacht.
Na de oorlog maakte Stoph snel carrière in de DDR. Van 1945-52 bekleedde hij een aantal bestuurlijke functies in de economische sector. In 1950 kwam hij in het parlement en werd tevens lid van het Centraal Comité van de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED), de leidende partij van Oost-Duitsland. Van 1952-55 was Willi Stoph minister van Binnenlandse Zaken en van 1956-60 minister van Defensie. In 1953 werd hij benoemd tot lid van het Politbureau van de SED. Stoph organiseerde de veiligheidsdienst en had een belangrijk aandeel in de omzetting van de politie in een geregeld leger. In september 1964 volgde hij Otto Grotewohl als minister-president op. In deze functie ondertekende hij in 1972 een verdrag met de BRD dat de betrekkingen tussen de beide staten regelde. Na de dood van Walter Ulbricht in oktober 1973 werd hij voorzitter van de Staatsraad, de hoogste functie van het land. In 1976 werd deze functie overgenomen door Erich Honecker. Van 1976-89 was Stoph opnieuw premier. Als gevolg van de revolutie van 1989 moest hij zich uit de politiek terugtrekken.