Spaans generaal en politicus; van 1923-30 dictator in Spanje.
Primo de Rivera was de zoon van de Spaanse gouverneur van de Filipijnen, die deze Spaanse kolonie in 1898 aan de Verenigde Staten moest afstaan. Miguel volgde een opleiding aan de militaire academie in Madrid en bekleedde vervolgens verschillende posten in Marokko. In 1900 werd hij benoemd tot generaal, en in 1915 tot gouverneur van Cádiz in het zuiden van Spanje. Van 1917-21 was hij lid van de Spaanse Senaat.
Met toestemming van koning Alfonso XIII, die de bedreigde monarchie probeerde te redden, pleegde Primo de Rivera in 1923 een staatsgreep. Hij vestigde een militaire dictatuur die gebaseerd leek op het Italiaanse fascistische model. Primo de Rivera stabiliseerde de financiën, liet een uitgebreid wegennet aanleggen en probeerde sociale hervormingen in te voeren. Door deze maatregelen kreeg hij aanvankelijk steun van de middenklassen. Aan de andere kant nam hij ook minder populaire maatregelen zoals confiscatie van eigendommen en het uitwijzen van intellectuelen. Toenemend verzet tegen zijn beleid van zowel links als rechts dwong hem in 1925 het militaire karakter van zijn bewind te matigen. De volksvertegenwoordiging (Cortes) werd hersteld en er werden ook burgerlijke afgevaardigden in opgenomen. Primo de Rivera werd premier. In 1927 stichtte hij een fascistische partij, de Unión Patriótica, die geen succes werd. Door de economische crisis die aan het eind van de jaren twintig begon, nam de ontevredenheid onder de bevolking toe. Op 28 januari 1930 werd Primo de Rivera door de koning ontslagen, waarna hij in ballingschap ging. Een jaar na zijn val kwam door de overwinning van de republikeinse partijen een eind aan de monarchie.
Gepubliceerd op 13-06-2017
Primo de Rivera, Miguel (1870-1930)
betekenis & definitie