Gepubliceerd op 30-07-2017

Milosevic, Slobodan (1941)

betekenis & definitie

President van Servië sinds 1989; voorvechter van het Servische nationalisme, die daarmee een belangrijke rol speelde in het ontstaan van de Joegoslavische burgeroorlog (1991-95).

Slobodan Milosevic werd geboren in Pozarevac, een kleine stad bij Belgrado, als zoon van een Montenegrijnse orthodoxe theoloog en een Servische communiste. Hij studeerde rechten, en was tijdens zijn studie actief in de studentenbeweging. In 1959 sloot hij zich bij de Communistische Partij aan. In de jaren zeventig bekleedde hij hoge functies bij Joegoslavische nutsbedrijven en banken. In de jaren tachtig werd Milosevic achtereenvolgens tot partijleider van Belgrado en van Servië gekozen. In die functies zorgde hij voor een grote zuivering, waardoor liberale politici het veld moesten ruimen.

Milosevic stelde zich uiterst nationalistisch op, en streefde naar een Servische overheersing van de andere deelrepublieken van Joegoslavië. Daarbij maakte hij gebruik van incidenten in Kosovo, een autonoom gebied in het zuiden van Servië, met een in meerderheid Albanese bevolking. Incidenten in Kosovo waarbij leden van de Servische minderheid waren betrokken, werden buiten proportie opgeblazen om stemming te maken. Nadat hij in mei 1989 president van Servië was geworden, maakte hij de autonome positie van de Joegoslavische autonome gebieden Kosovo en Vojvodina ongedaan. Op 12 november 1989 werd Milosevic de eerste gekozen president van Servië; op 9 december 1990 werd hij herkozen. Milosevic streefde naar een `Groot-Servië'. Hij was een fel tegenstander van de afscheiding van Slovenië en Kroatië in de zomer van 1991. Mede door zijn intolerante houding ontstond in 1991 de Joegoslavische burgeroorlog, die tot een uiterst bloedig conflict uitgroeide, en het voormalige Joegoslavië volledig verscheurde.

Op 27 april 1992 riep Milosevic een eigen Federale Republiek Joegoslavië uit, bestaande uit Servië en Montenegro. Door zijn steun aan de Bosnische Serviërs die in dezelfde maand in Bosnië-Herzegovina een burgeroorlog ontketenden, werd de Federale Republiek Joegoslavië door een boycot van de Verenigde Naties getroffen, die het land grote economische schade berokkende. Toen Milosevic in de gaten kreeg dat de Bosnische Serviërs zijn positie meer kwaad dan goed deden, begon hij zich voorzichtig van hen los te maken. In augustus 1994 werden de grenzen tussen de Federale Republiek Joegoslavië en Bosnië-Herzegovina gesloten. Milosevic stelde zich vredelievend op, en kon daardoor een belangrijke rol in de beëindiging van het conflict in Bosnië-Herzegovina spelen. Toen in augustus 1995 na een Kroatisch offensief tegen de Kroatische en Bosnische Serviërs de kansen op het strijdtoneel keerden, kwam Servië hen niet te hulp. Hij voorkwam daarmee een verdere escalatie van de oorlog naar het grondgebied van Servië. De oplossing van het conflict kwam mede dichterbij door de verzwakte positie van de Bosnische Serviërs. De politieke leider van de Bosnische Serviërs Radovan Karadzic stond Milosevic toe namens hen te onderhandelen over vrede in Bosnië-Herzegovina. Omdat Karadzic als oorlogsmisdadiger door het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag werd gezocht, kon hij Bosnië-Herzegovina niet verlaten, omdat hij gevaar liep gearresteerd te worden. Na eenentwintig dagen onderhandelen op de Amerikaanse luchtmachtbasis in Dayton in de staat Ohio, tekenden de leiders van Bosnische Serviërs, Bosnische Kroaten en Bosnische moslims op 21 november 1995 een vredesakkoord. Op 14 december werd het Vredesakkoord voor Bosnië-Herzegovina door de drie presidenten in Parijs officieel ondertekend. Milosevic was van de man die door zijn nationalisme het vuur op de Balkan had opgestookt, veranderd in een vredesapostel.

< >