Dorp in het zuidwesten van Schotland waarboven op 27 december 1988 door een bomaanslag een Amerikaans passagiersvliegtuig explodeerde.
De ontploffing in de Boeing-747 van de luchtvaartmaatschappij Pan Am vond plaats op een hoogte van tien kilometer. Het toestel stortte neer op het Schotse dorp Lockerbie. Alle 259 inzittenden van het vliegtuig kwamen om het leven, evenals elf inwoners van Lockerbie. Het vliegtuig was onderweg van Duitsland naar de Verenigde Staten, en had veel militairen aan boord die thuis de kerstdagen wilden doorbrengen.
Op 19 september 1989 verongelukte een Frans toestel boven Niger, waarbij alle 171 passagiers de dood vonden. Na een uitgebreid onderzoek kwamen Fransen, Britten en Amerikanen tot de overtuiging, dat twee leden van de Libische geheime dienst beide bommen hadden geplaatst; daarom eisten ze op 13 november 1991 hun uitlevering. Op 21 januari 1992 eiste de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in resolutie 731 dat Libië zou instemmen met de uitlevering van de personen die van de bomaanslag werden verdacht. De Libische opperrechter verklaarde op 18 februari dat er te weinig bewijsmateriaal was om tot uitlevering over te gaan. Libië maakte de Lockerbie-zaak aanhangig bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Het Internationaal Gerechtshof stelde dat het zich `niet geroepen voelde een uitspraak te doen over de vragen die door Libië aan het Hof waren voorgelegd'. Op 15 april 1992 werden VN-sancties tegen Libië van kracht. De belangrijkste onderdelen van de sancties waren een verbod op luchtverkeer naar Libië en een verbod op het leveren van wapens. De (mogelijke) daders werden tot nog toe niet uitgeleverd.