Een revolutionaire guerrillabeweging in Peru.
In 1970 richtte Abimael Guzmán Renoso de `PCP - Voor het lichtend pad van José Carlos Mariategui' op. Deze splinterpartij werd bekend onder de naam Lichtend Pad. Guzmán was hoogleraar filosofie aan de universiteit van Ayacucho. Hij was al lange tijd actief in de Communistische Partij. Lichtend Pad werd maoïstisch genoemd omdat het de visie van Mao Zedong op de revolutie overnam. Mao Zedong ging ervan uit dat de revolutie bij de boeren moest beginnen en niet bij de stedelijke burgerij.
In 1979 dook Guzmán onder; een jaar later besloot hij de gewapende strijd aan te gaan. Daarbij ontwikkelde hij een effectieve guerrillatactiek: de ondergrondse strijders verborgen na elke aanslag hun wapens en keerden naar huis terug. Van verraad verdachte dorpelingen werden door `volkstribunalen' ter dood veroordeeld. Ook werden politici, rechters en politie- en legerofficieren `selectief geliquideerd'. De operaties van Lichtend Pad verplaatsten zich op den duur van het Andesgebergte naar de kuststeden en de armste wijken van de hoofdstad Lima.
De beweging had de meeste aanhang in de provincie Ayacucho en onder de armen in de hoofdstad Lima. In de Peruaanse steden leefden tienduizenden teleurgestelde, verbitterde jongeren die vanuit de Andes waren gekomen om elders hun geluk te beproeven. De belangrijkste wapens van Lichtend Pad waren bomaanslagen en moorden. De terreur van Lichtend Pad ging zover dat de economie in de provincie Ayacucho ontwricht werd en er een angstpsychose door het land ging.
De guerrillastrijd kostte tussen 1980-92 aan minstens zesentwintigduizend mensen het leven, en veroorzaakte een economische schade van ten minste dertig miljard dollar.
Op 12 september 1992 werd Guzmán gearresteerd, en vervolgens op 7 oktober door een geheime militaire rechtbank tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld. Lichtend Pad zette de terreur voort, zij het in mindere mate, omdat de kracht van de organisatie was gebroken.