Een Amerikaanse wet (Lend Lease-Act) die president F.D. Roosevelt vanaf maart 1941 de bevoegdheid gaf door verkoop, ruil, uitlening, verhuur of op andere wijze oorlogsmaterieel ter beschikking te stellen aan landen die met Duitsland in oorlog waren.
De Verenigde Staten beoogden met de leen- en pachtwet de geallieerden te steunen zonder rechtstreeks aan de oorlog deel te nemen. In het kader van deze wet is voor ruim vijftig miljard dollar hulp verleend. Het grootste deel van de hulp bestond uit oorlogsmaterieel; verder uit grondstoffen voor de industrie, voedsel en verlening van diensten. Ongeveer zestig procent van de leveranties ging naar Groot-Brittannië of leden van het Britse Gemenebest. Omgekeerd verhuurde Groot-Brittannië aan de Verenigde Staten militaire bases, zowel voor troepen en vliegtuigen als voor vlooteenheden. In totaal ontvingen achtendertig landen hulp. Direct na het einde van de oorlog werd de hulp gestaakt. President Truman verklaarde toen dat zeventig procent van de hulp als afbetaald zou worden beschouwd. Alleen met de Sovjetunie werd geen overeenstemming bereikt over de afwikkeling van de leen en pachtleveranties.