Gepubliceerd op 30-07-2017

Kiesinger, Kurt Georg (1904-88)

betekenis & definitie

Duits jurist en politicus; bondskanselier van 1966-69.

Kiesinger werd in Tübingen geboren als zoon van een winkelier. Hij studeerde in Tübingen filosofie, geschiedenis en rechten en in Berlijn (eveneens) rechten. Kiesinger was actief in rooms-katholieke jeugdorganisaties.

Van 1933-45 was hij lid van de National-Sozialistische Deutsche Arbeiter Partei. Hij werkte van 1935-40 als advocaat in Berlijn en kwam daarna bij de radio-afdeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Na de oorlog bracht Kiesinger achttien maanden in een geallieerd interneringskamp door.

Kiesinger werd voor de Christlich-Demokratische Union (CDU) lid van de Bondsdag (1949-58) en vervolgens minister-president van de deelstaat Baden-Würtemberg (1958-66). Als bondskanselier (1966-69) leidde Kiesinger de zogenaamde Große Koalition van CDU/CSU en de Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD), een samenwerking van christen-democraten en socialisten. Die samenwerking was noodzakelijk geworden, omdat de aanhang van de CDU fors terugliep. Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog kwamen sociaaldemocraten in de West-Duitse regering.

Na de verkiezingen van 1969 kwam er een regering van de SPD en de liberale Freie Demokratische Partei (FDP), onder leiding van Willy Brandt. Twee jaar later verloor Kiesinger als voorzitter en fractieleider van de CDU in de Bondsdag het vertrouwen van zijn eigen partij.

< >