Gepubliceerd op 13-06-2017

Khomeini, ayatollah Roehollah (1902-89)

betekenis & definitie

Religieuze leider die van 1979-89 in Iran de macht uitoefende.

Roehollah Khomeini volgde een religieuze opleiding in Khomein en Qom. Hij verwierf een grote aanhang onder de sjiïetische moslims in Iran. In 1950 kreeg hij de eretitel ayatollah (teken van God). Khomeini verzette zich tegen de regering van de sjah vanwege diens westerse politiek; met name de emancipatie van vrouwen was een doorn in zijn oog. In 1963 werd hij het land uitgezet. Vanuit zijn ballingschap in het Iraakse Najaf (1964-78) en de Franse hoofdstad Parijs (1978-79) leidde hij het verzet tegen de sjah. In januari 1979 werd de sjah door een islamitische revolutie gedwongen Iran te ontvluchten. Khomeini werd op 1 februari als overwinnaar in Teheran verwelkomd.



Khomeini vestigde in Iran een theocratie, een door de religieuze leiders gecontroleerde regering. Er werd een strenge islamitische wetgeving van kracht. Binnenlandse tegenstanders werden zonder pardon geëlimineerd. Khomeini voerde een felle anti-westerse politiek. Er ontstond een ernstig conflict met de Verenigde Staten; de Amerikaanse ambassade in Teheran werd door Iraanse revolutionairen bezet en het ambassadepersoneel gegijzeld (1979-81). Deze Iraanse gijzelingskwestie kostte de Amerikaanse president Carter in 1980 zijn herverkiezing. In de eerste Golf-oorlog tegen Irak (1980-88) wist ayatollah Khomeini zijn volk religieus zó te inspireren dat de strijd werd volgehouden. Pogingen het bewind te verzachten, werden drastisch de kop ingedrukt. Op 14 februari 1989 riep Khomeini de moslims op de Britse auteur Salman Rushdie te vermoorden wegens belediging van de islam in zijn boek De Duivelsverzen. Zo'n oproep was bedoeld als een fatwah, een religieus doodvonnis. Het Westen reageerde verontwaardigd, maar verzuimde Iran effectief aan te pakken. Na zijn dood werd het streng-islamitische bewind in Iran ietwat gematigder voortgezet.

< >