Koninkrijk in het Midden-Oosten, dat sinds 3 juli 1949 deze naam draagt.
De officiële naam van het koninkrijk is het Hasjemitische Koninkrijk van Jordanië. In de eerste Israëlisch-Arabische oorlog (1948-49) wisten Transjordaanse troepen de westelijke Jordaan-oever en Oost-Jeruzalem op Israël te veroveren. Als gevolg van de veroveringen werd op 3 juli 1949 de naam van Transjordanië door de koning veranderd in Jordanië.
In 1951 werd koning Abdoellah door een Palestijnse extremist in Jeruzalem vermoord.
Abdoellahs zoon Talal volgde Abdoellah op, maar werd in 1952 krankzinnig verklaard. Zijn zoon Hoessein ibn Talal (geboren in 1935) regeerde van 11 augustus 1952 tot 2 mei 1953 onder een regentschap; daarna was hij volwaardig koning.
Hoessein ondervond zowel binnenlandse (van de Palestijnen) als buitenlandse (van Egypte en Syrië) weerstand tegen zijn gematigde politiek tegenover Israël, en wegens zijn pro-westerse opstelling. In de Zesdaagse Oorlog in 1967 verloor Jordanië de westelijke Jordaan-oever en Oost-Jeruzalem aan Israël. Talrijke Palestijnse guerrillastrijders vestigden zich nu in Jordanië, waardoor de binnenlandse oppositie tegen de koning aanzienlijk sterker werd. Om te kunnen overleven, brak Hoessein in 1970 (Zwarte September) en 1971 de Palestijnse macht in Jordanië. Hulp van de Verenigde Staten en van Saudi-Arabië hielden Hoessein in het zadel. In 1974 zag hij af van aanspraken op de westelijke Jordaan-oever om de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) de kans te geven daar in de toekomst een eigen staat te vestigen. In de Golf-crisis van 1990 die uitliep op de tweede Golf-oorlog, koos Hoessein de kant van de Iraakse leider Saddam Hoessein, wat hem door de Verenigde Staten bijzonder kwalijk werd genomen. Jordanië dreigde in een isolement terecht te komen. In 1991 hief koning Hoessein de noodtoestand op, die sinds de Zesdaagse Oorlog van kracht was. Op die manier werd een begin gemaakt met een meer democratisch bestuur van het land. In de loop van de jaren negentig werden de banden met de westerse landen hersteld. Het Westen had er belang bij Jordanië te vriend te houden, omdat koning Hoessein een zeer gematigd heerser was. Deze politiek wierp zijn vruchten af; op 26 oktober 1994 sloten Jordanië en Israël vrede, waarmee Jordanië na Egypte het tweede land in het Midden-Oosten werd dat normale betrekkingen met Israël onderhield.