Een poging tot staatsgreep in München, ondernomen door de National-Sozialistische Deutsche Arbeiter Partei (NSDAP) - met name door de Sturmabteilung (SA) van de partij.
Met medewerking van vooraanstaande Duitsers als generaal Erich Ludendorff hoopte Hitler in de Beierse hoofdstad de macht over te nemen om daarna de sprong naar Berlijn te kunnen maken. Op de avond van de achtste november sprak Hitler in een bierhal in München over een mars naar Berlijn. Het idee voor een tocht door de stad was wellicht mede geïnspireerd door Mussolini's Mars naar Rome van het jaar daarvoor.
De Hitler-putsch liep op een mislukking uit. Een demonstratieve mars van ongeveer drieduizend nazi's naar het stadhuis werd op 9 november met geweld door de politie gestuit. Zestien demonstranten en drie politiemensen werden gedood, velen raakten gewond, onder wie Hermann Goering. Tijdens het strafproces kreeg Hitler van de rechters de gelegenheid zijn ideeën uitvoerig uit te dragen. De NSDAP leider werd wegens hoogverraad tot vijf jaar vestingstraf veroordeeld, waarvan hij negen maanden uitzat. Met behulp van zijn medegevangene Rudolf Hess schreef hij in de gevangenis het eerste deel van zijn politieke autobiografie Mein Kampf.
