Een van de kopstukken van het nationaal-socialistische Duitsland; lange tijde de tweede man achter Hitler.
Goering werd geboren in het Beierse Rosenheim. Tijdens de Eerste Wereldoorlog maakte Goering deel uit van het eskader van de beroemde piloot von Richthofen, de `rode baron' genoemd vanwege de kleur van zijn vliegtuig. Toen von Richthofen in 1918 sneuvelde, nam Goering zijn positie over.
Na de oorlog ging Goering in München economie studeren. Hij brak in 1922 zijn studie af om zich aan de National-Sozialistische Deutsche Arbeiter Partei (NSDAP) te wijden. Hij werd de eerste leider van de SA. In 1923 nam Goering deel aan de Hitler-putsch in München. Tussen 1923-27 verbleef hij in Italië en Zweden. In 1928 werd Goering namens de NSDAP in de Rijksdag gekozen. Bij de verkiezingen van 1932 werden de nazi's de grootste fractie; Goering werd daarom voorzitter van de Rijksdag.
Na de machtsovername van de nationaal-socialisten in 1933 werd Goering rijksminister zonder Portefeuille en minister van Binnenlandse Zaken van Pruisen. Zijn ster rees snel. In april van hetzelfde jaar werd hij minister-president van Pruisen, en in juli rijksminister van Luchtvaart. Laatstgenoemde functie gaf hem de gelegenheid in het geheim de Luftwaffe te versterken. Op 26 april 1933 vormde Goering uit de Pruisische geheime staatspolitie de Gestapo. Hij was verantwoordelijk voor de instelling van de eerste concentratiekampen.
Hitler gaf Goering in 1936 de leiding over de uitvoering van het vierjarenplan dat Duitsland economisch en militair tot een sterke natie moest maken, onder meer door een efficiënt gebruik van grondstoffen.
Goering speelde een actieve rol bij de uitschakeling van de SA in de nacht van de lange messen (29-30 juni 1934) en in de Anschluß met Oostenrijk (maart 1938). Op 20 augustus 1939 werd hij belast met de organisatie van de verdediging van Groot-Duitsland, en met de leiding van de oorlogseconomie. Na de overwinning op Frankrijk in juni 1940 werd hij bevorderd tot rijksmaarschalk.
De nederlaag van de Luftwaffe in de Slag om Engeland en andere tegenvallende prestaties van de Duitse luchtmacht tastten Goerings positie aan. In het voorjaar van 1945 werd hij na een mislukte poging de macht over te nemen, gearresteerd. Hij wist te ontkomen, maar werd door de Amerikanen in Oostenrijk gearresteerd. Tijdens de Neurenbergse processen (1945-46) werd Goering ter dood veroordeeld. In de nacht van 15 op 16 oktober 1946 pleegde hij zelfmoord. Op 16 oktober werden de vonnissen aan de andere veroordeelden voltrokken.
Goering is berucht geworden door zijn gewetenloosheid, zijn pronkzucht, zijn seksuele uitspattingen en zijn liefde voor kunstschatten die hij uit talloze Europese musea liet roven.