Frans politicus; president van 1974-81.
Giscard studeerde aan de polytechnische school in Parijs en daarna aan de École Nationale d'Administration, een opleiding voor hoge ambtenaren. Hij onderbrak in 1944 zijn studie om mee te vechten in de oorlog. In 1952 werd hij ambtenaar op het ministerie van Financiën. In 1956 begon zijn politieke loopbaan als afgevaardigde in het parlement namens de aanhangers van de Gaulle. Giscard werd in 1959 staatssecretaris en in 1962 minister van Financiën. Als minister slaagde hij erin de Franse staatsfinanciën te stabiliseren. In 1965 stichtte hij een nieuwe partij, de Fédération Nationale des Républicains Indépendants (FNRI, Nationale Federatie van Onafhankelijke Republikeinen), die in mei 1977 werd herdoopt in Parti Républicain (PR, Republikeinse Partij). In 1978 ging de PR een samenwerkingsverband voor de verkiezingen aan met een aantal kleinere niet-gaullistische partijen onder de naam Union pour la Démocratie Française (UDF, Unie voor de Franse Democratie). De FNRI vertoonde aanvankelijk veel overeenkomsten met het gaullisme van president Charles de Gaulle, maar kreeg later een meer liberale inslag. Vanwege zijn kritiek op het autoritaire karakter van het bewind van de president werd Giscard in 1966 door de Gaulle ontslagen. Na de verkiezing van Georges Pompidou tot president in 1969 werd Giscard opnieuw minister van Financiën.
In mei 1974 werd Valéry Giscard d'Estaing met een uiterst krappe meerderheid van iets meer dan vijftig procent van de stemmen tot president gekozen. Hij voerde een gematigd progressief beleid en toonde zich voorstander van Europese eenwording. Onder zijn bestuur nam de welvaart in Frankrijk toe. Aan het eind van de jaren zeventig kreeg Frankrijk echter te maken met een economische recessie. Giscard kwam in conflict met de gaullisten, onder leiding van Jacques Chirac, hetgeen zijn positie aanzienlijk verzwakte. Zijn reputatie werd aangetast door (onbewezen) beschuldigingen van het aannemen van diamanten van Jean Bedel Bokassa, president van de Centraal-Afrikaanse Republiek. In mei 1981 verloor Giscard de presidentsverkiezingen van de socialist François Mitterrand. Giscard be-kleedde hierna enkele bestuursfuncties op lokaal niveau en ging vervolgens als leider van de Liberalen in de oppositie.
In 1989 werd hij lid van het Europees Parlement. Als aanvoerder van een gecombineerde lijst van de liberale UDF en de gaullistische Rassemblement pour la République (RPR, Vereniging voor de Republiek) had hij in Frankrijk de Europese verkiezingen gewonnen. Giscard gaf zijn zetel in het Franse parlement op. In 1995 stelde hij zich kandidaat voor de presidentsverkiezingen, maar werd al in de eerste ronde verslagen.