Frans politicus. Sinds mei 1995 president.
Chirac studeerde aan het Institut d'Études Politiques; in 1962 werd hij medewerker van Georges Pompidou, die toen premier was. Van 1967-68 was hij als staatssecretaris op het ministerie van Sociale Zaken belast met de werkgelegenheid. Van 1968-71 was Chirac staatssecretaris van Economische Zaken en Financiën. In 1971 werd hij minister van Landbouw en van maart tot mei 1974 was hij minister van Binnenlandse Zaken. Vervolgens was hij tot augustus 1976 premier. Chirac werd in 1976 oprichter en voorzitter van de centrum-rechtse (gaullistische) Rassemblement pour la République (RPR, Vereniging voor de Republiek), en in 1977 burgemeester van Parijs.
In 1981 stelde Chirac zich beschikbaar voor de presidentsverkiezingen, die hij verloor van de socialist François Mitterrand. Bij de verkiezingen van 1986 behaalden de rechtse partijen echter een meerderheid in het parlement. Als leider van de grootste rechtse partij (RPR) werd Chirac minister-president van een rechts kabinet onder een linkse president. De Fransen noemden deze ongebruikelijke politieke samenwerking cohabitation: `samenwoning' in de ongunstige betekenis van `hokken'. In 1988 legde Chirac het als presidentskandidaat opnieuw af tegen Mitterrand. Nadat de algemene verkiezingen in juni van datzelfde jaar een linkse meerderheid hadden opgeleverd, kwam een einde aan de cohabitation. Chirac werd in 1988 wel herkozen als burgemeester van Parijs. In november 1994 stelde hij zich voor de derde keer kandidaat; deze keer voor de presidentsverkiezingen van mei 1995, ditmaal met succes. In de tweede ronde boekte hij een ruime overwinning op zijn socialistische tegenkandidaat Lionel Jospin. Een van zijn eerste besluiten als president, namelijk het aankondigen van het hervatten van kernproeven op het atol Mururoa in de Grote Oceaan, stuitte op veel nationale en internationale kritiek. Een ander gevolg was de boycot van Franse producten.