Het grootste Duitse vernietigingskamp in de Tweede Wereldoorlog.
Bij het stadje Auschwitz in het zuiden van Polen aan de Tsjechoslowaakse grens, werd tijdens de Tweede Wereldoorlog een complex van concentratie- en vernietigingskampen gebouwd. Het centrum daarvan werd gevormd door Auschwitz en het op vijf kilometer afstand gelegen Birkenau. In een periode van vijf jaar werden in dit complex ongeveer anderhalf miljoen mensen vermoord.
In mei 1940 begon de bouw van Auschwitz I en in oktober 1941 die van Auschwitz II. In het voorjaar van 1941 werd in het complex een fabriek voor de productie van synthetisch rubber gebouwd. De fabriek die Buna heette, was een dochteronderneming van het chemieconcern IG Farben.
De gevangenen verrichtten slavenarbeid in 39 verschillende arbeidskampen; ze werden ook ingezet op boerderijen en landbouwproefstations, en bij de bouw van een stuwdam in de rivier de Weichsel.
In de winter van 1941-42 werd in Auschwitz voor het eerst systematisch genocide gepleegd. In januari of februari 1942 begon het vergassen van gevangenen.
Er brak in Auschwitz tweemaal een opstand uit. Op 18 augustus 1942 ontsnapten tweehonderd à tweehonderdvijftig Sovjetkrijgsgevangenen. Op 7 oktober 1944 wilde de SS een deel van een Sonderkommando vergassen. Het Sonderkommando verrichtte speciale taken in de `vernietigingsmachine' en werd niet geacht in leven te blijven. De leden van het Sonderkommando bliezen een crematorium op en doodden drie SS'ers. Binnen 24 uur werden 451 van het uit 663 personen bestaande Sonderkommando vermoord.
Eind oktober 1944 vonden hier de laatste vergassingen plaats. Onder de dreiging van oprukkende Sovjettroepen werd het kamp op 18 januari 1945 geëvacueerd. Op 26 januari werd het door Sovjetmilitairen bevrijd. Er waren toen nog vijfduizend gevangenen aanwezig.
Van alle concentratie- en vernietigingskampen heeft Auschwitz de meest lugubere naam gekregen. Nergens anders was de moordmachine van de Duitsers zo geperfectioneerd als hier. Naar schatting werden in Auschwitz anderhalf miljoen joden en enkele miljoenen andere gevangenen om het leven gebracht. Onder de vermoorde joden bevonden zich ongeveer vijftigduizend joden uit Nederland.
Op 16 april 1947 werd kampcommandant Rudolf Höss in Auschwitz opgehangen.