Brits politicus; premier van 1945-51.
Attlee werd in Londen als zoon van een advocaat geboren. Door het bestuderen van marxistische geschriften en direct contact met de armoede in het Londense East End werd hij in 1907 socialist. Attlee was actief in de Fabian Society, een voorloper van de Labour Party, waarvan hij later lid werd. Na zijn opleiding tot advocaat doceerde Attlee in de jaren 1913-23 aan de London School of Economics. Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende hij in het leger, zowel tijdens de operatie in Gallipoli als aan het Westfront in Frankrijk. In 1919 werd Attlee burgemeester van Stepney en in 1922 lid van het Britse Lagerhuis. In 1924 was hij minister van Oorlog in het kabinet van Ramsay MacDonald, en van 1930-31 directeur-generaal van de posterijen. In 1931 weigerde hij nog langer onder MacDonald te dienen, omdat hij met niet eens was met diens politieke koers.
Attlee werd in 1935 tot leider van de Labour Party gekozen. Hij toonde zich een felle tegenstander van het opkomend nationaal-socialisme; zo ging hij in 1937 naar Spanje om steun te geven aan de vrijwilligers van de Internationale Brigade. In het oorlogskabinet van Winston Churchill was Attlee achtereenvolgens minister zonder Portefeuille, vice-premier en minister voor de Dominions. Nadat de Labour Party in juli 1945 een opzienbarende verkiezingsoverwinning op de Conservative Party had geboekt, verving hij in de zomer van 1945 Churchill tijdens het tweede deel van de conferentie van Potsdam.
Van 1945-51 was Clement Attlee premier van twee socialistische kabinetten. Onder zijn bewind werd in Groot-Brittannië een verzorgingsstaat opgebouwd. De sociale wetgeving werd uitgebreid met een werkloosheids-, ouderdoms- en invaliditeitsregeling; bovendien werd de National Health Service ingevoerd, een gratis basispakket medische voorzieningen voor iedere burger. Op economisch gebied werden grote bedrijfstakken als de mijnbouw en de ijzer- en staalindustrie, en tevens de energiebedrijven, de burgerluchtvaart, de spoorwegen en de Bank of England genationaliseerd.
De Britse buitenlandse politiek onder Attlee was vooral georiënteerd op de Verenigde Staten. Hij was nauw betrokken bij het proces van dekolonisatie. Als socialist steunde hij het zelfstandig worden van koloniën als Brits-Indië, Birma en Ceylon.
In 1951 verloor de Labour Party de verkiezingen. Attlee trad in 1955 om gezondheidsredenen af als partijleider. Hij ontving de titel Earl of Walthamstow and Stepney.