Culinair van A tot Z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

Gepubliceerd op 02-05-2017

minderwaardigheidsgedrag

betekenis & definitie

Uitingen die naar de oppervlakte komen wanneer mensen het gevoel hebben dat anderen niet snappen hoé belangrijk men wel is, met andere woorden: “gebrek aan waardering zet het minderwaardigheidscomplex in werking“.

Uitingen die de beleving van te kort schieten en machteloosheid aangeven en waarbij de negatieve waardering van de eigen persoon en van de eigen lichamelijke en/of geestelijke prestaties worden vergeleken met andere personen. Waardering van activiteit en prestatie zal het minderwaardigheidscomplex diep naar het onderbewustzijn verjagen, waar het zal blijven tot iemand het weer omhoog haalt.

Minderwaardigheidsgedrag vindt zijn oorsprong in vroege jeugdervaringen en opvoedingspatronen. (Minderwaardigheidsgedrag mag ook beslist niet verward worden met de erkenning en aanvaarding van eigen tekorten en beperkingen en met de realiteit overeenstemmende zelfkritiek). Enige gedragstekenen van minderwaardigheidsgedrag zijn onder andere:

~ wanneer iemand vijandig is;
~ wanneer iemand veel opschept;
~ wanneer iemand uit de hoogte praat;
~ wanneer iemand uit de hoogte doet;
~ wanneer iemand in gezelschap zijn stem verandert;
~ wanneer iemand om een kleinigheid vloekt;
~ wanneer iemand in gezelschap een ander probeert te kleineren;
~ wanneer iemand de ene mop na de andere vertelt;
~ wanneer iemand met betrekking tot zijn vakgebied anderen probeert te testen of onderuit te halen:
~ wanneer iemand contacten vermijdt met personen die naar eigen idee meer waard zijn:
~ wanneer iemand een ander niet rechtstreeks durft aan te kijken;
~ enzovoorts.

< >