Aanpassingsuitingen die een mens in staat stelt zich ten opzichte van anderen verborgen of verscholen te houden.
Mensen met een latent gedrag zijn te herkennen aan hun geringe intensiteit en zijn vrijwel altijd ‘onzichtbaar’. Zij stellen zich als het ware “slapend’ op en zijn veelal door een ómhulsel’ - waarbinnen het leven in vele opzichten stabiel lijkt - van de buitenwereld afgesloten.
Latente personen zijn vaak in zichzelf gekeerd en ‘signalen’ uit hun omgeving pikken ze niet op.
Latentheid kan soms extreme omstandigheden verdragen, kan lange tijden aanhouden, zonder echter het leven te verliezen. Omgekeerd kan ieder willekeurig ogenblik door veranderingen in uiterlijke en emotionele omstandigheden latentheid weer in een toestand van activiteit overgaan.