Dit zijn uitingen die aangeven hoe iemand zich door een juiste of onjuiste uiterlijke/lichamelijke en innerlijke/geestelijke houding verraadt.
Dit gedrag wordt in de mensenkennis nog onderscheiden in een tweetal groepen, te weten:
1. Positieve houdingsuitingen
Deze uitingen zijn vast en zeker en zij stimuleren, helpen en geven als reactie beleefdheid en begrip. Wij geven dan de indruk dat we wat voor een ander voelen. Alle elementen vormen een harmonisch geheel, zoals gezichtsuitdrukking, manieren, gebaren, spreken, vertoon en woorden;
2. Negatieve houdingsuitingen
Deze uitingen houden altijd een ontkenning in en komt dan ook onvast en onzeker over. Men faalt door disharmonie tussen manieren, houdingen, gezichtsuitdrukkingen en woorden. Mensen met een negatieve houdingsuiting komen stijf, stroef en onpersoonlijk over en zij missen onder andere soepelheid, warmte en hartelijkheid;
Naast bovengenoemde twee groepen onderscheiden we nog een tweetal indelingen:
1. Uiterlijke/lichamelijke houdingsuitingen:
Deze zijn waar te nemen bij zitten, staan, lopen, werken en dergelijke en stempelt iemand tot een actief of lui persoon c.q. tot een positief of negatief persoon;
2. Innerlijke/geestelijke houdingsuitingen
Deze uitingen vinden plaats bij geestelijke (emotionele) gebeurtenissen in het leven, in het gezin, in en op het werk en dergelijke en stempelt iemand tot een begrijpend en meevoelend persoon of tot een onnozel en ongevoelig persoon.